Houtkachel
Een houtkachel heeft een geïsoleerde verbrandingsruimte en een begrensde luchttoevoer. Hij heeft daardoor een veel beter rendement dan een open haard. In de geïsoleerde verbrandingsruimte ontstaan gelijkmatigere en hogere temperaturen en daardoor een betere verbranding. Daarnaast wordt minder warmte met de rookgassen afgevoerd, omdat de luchttoevoer is afgestemd op de grootte van het vuur. Doorgaans heeft een houtkachel kleppen waarmee de luchttoevoer met de hand geregeld kan worden om ook tijdens het aansteken en in de gloedfase een optimale luchttoevoer mogelijk te maken. Met enige ervaring kan men de bediening van dergelijke kleppen inschatten; met een zogenaamde lambdasonde en gemotoriseerde kleppen kan de luchttoevoer ook automatisch geregeld worden. Wanneer de luchttoevoer te vroeg verminderd wordt, duurt de verbranding weliswaar wat langer, maar is deze ook onvolledig met als gevolg dat rook met schadelijke verbrandingsproducten ontstaat. Bij een goede verbranding is de rook uit de schoorsteen wit, hoofdzakelijk door gecondenseerde waterdamp, bij een slechte grijs. Overigens is een precieze inschatting van de schadelijkheid van de rook niet met het blote oog mogelijk.
Als de luchtstroom van onder naar het hout stroomt, spreekt men van een bovenbrandkachel: de vlammen zijn boven het hout zichtbaar. In moderne houtkachels wordt een deel van de lucht als secundaire stroom in kanalen langs het vuur geleid en opgewarmd voordat deze in contact komt met de verbrandingsgassen boven de brandstof. Zo kan een naverbranding plaatsvinden, met als gevolg schonere schoorsteengassen en een wat hoger rendement. Als de kachel een venster heeft, wordt de warme secundaire luchtstroom veelal ook daarheen geleid. De hete, zuurstofrijke secundaire luchtstroom langs het glas houdt enerzijds de rookgassen op afstand en bevordert anderzijds de verbranding van roetafzettingen zodat het glas langer schoon blijft.
Zolang de kachel na het aansteken nog niet op temperatuur is, ontstaan onvolledige verbrandingsproducten. De aansteektechniek kan wezenlijk helpen om de milieubelasting van een houtkachel te beperken. In plaats van een houtstapel van onder te vullen met licht brandbaar materiaal en dat aan te steken, maakt men bovenop een klein stapeltje van dun hout rondom een aansteekblokje of iets dergelijks. Terwijl in het eerste geval het bovenliggende hout langere tijd onvolledig verbrandt, doordat het nog niet heet genoeg is, functioneert in het tweede geval het beginnende vuur als een kaarsvlam: het zuigt de eerste brandbare gassen van het onderliggende hout aan en verbrandt die vollediger, zodat minder rook ontstaat.
De reden dat brandhout voldoende droog moet zijn, is dat vochtig hout warmte nodig heeft om te drogen voordat het kan branden. Daardoor komt de kachel minder snel of niet op temperatuur en ontstaan veel onvolledig verbrande stoffen die bijvoorbeeld als glansroet in de schoorsteen neerslaan of die als rook de omgeving vervuilen. Een glansroetlaag in de rookkanalen is een belangrijke oorzaak van schoorsteenbrand.
Voor al uw vragen:
Bel ons
Bel ons
Email ons
Social media
Socials
Ambiance Haarden
Nieuwe Haagdijk 8
4811 TD Breda
Nederland Bekijk op Google Maps